Over dijkvakken, dijkpalen en damstegen

Over dijkvakken, dijkpalen en damstegen

Anneke Bode-Huizer

Al sinds 1277 beschermen dijken de Alblasserwaard, maar zo rond 1366 werd een stevige ringdijk rond de Alblasserwaard gelegd. Het onderhoud van de dijken was belegd bij de polders die binnen de ringdijk lagen. De dijken waren daartoe opgedeeld in dijkvakken. Op de dijk zelf waren die dijkvakken te herkennen aan palen met nummers: de dijkpalen, die er stonden. In een boekje uit 1765* staat dat de Zouwendijk en Bazeldijk volgens een nauwkeurige meting die in 1756 was gedaan, samen 2601 roeden lang waren*. In dat jaar werden er blauwe hardstenen dijkpalen geplaatst. Hoe de palen er voor die tijd uitzagen staat niet vermeld. De palen stonden 50 roeden (plm. bijna 200 meter) van elkaar verwijderd terwijl de nummering van de palen startte met paal nummer 300. Deze stond 40 roeden van het einde van de Zouwendijk aan de zijde van de Lekdijk. Op de Bazeldijk eindigde de palenreeks met paal nummer 351. Deze paal stond – op 11 roeden na – aan het einde van de Bazeldijk, op de grens van Hoogblokland en Arkel. Dit punt werd de (Hoog) Bloklandse paal genoemd. Deze laatste paal was een zgn. “scheijpaal”: hij gaf de scheiding aan tussen het schouwgebied van de Alblasserwaard en dat van de polder “Het Land van Arkel beneden de Zouwe”.

DIJKVAKKEN

Een polder kan een dijk niet in z’n eentje onderhouden. Daarom werden sommige dijken onderhouden door onderhoudsplichtige particulieren. Zo werd bijv. de Wolpherensedijk In Gorinchem onderhouden door o.a. eigenaren van landerijen in Schelluinen. Bij andere dijken werd het onderhoud gedaan door dorpen of polders in de Alblasserwaard. Iedere polder kreeg een dijkvak toegewezen. Dit was o.a. het geval bij de Zouwendijk en Bazeldijk. Zo’n dijkvak werd ook wel een (dijk)slag genoemd, de polders waren gedijkslaagd zoals men dat noemde. De volgende polders moesten op de Zouwendijk een dijkvak onderhouden:

Molenaarsgraaf: dijkvak 1, dit begon op de “hoogen Lekken-dyk” bij paal nummer 298 en liep tot bijna paal nummer 300 (op de Zouwendijk). Het dijkvak was 87 roeden lang, waarvan 30 roeden op de Zouwendijk; Brandwijk: dijkvak 2, te beginnen bij paal nummer 300 tot bijna bij paal 304, totaal 211 roeden en 3 voet lang; Bleskensgraaf: dijkvak 3, te beginnen ten zuiden van paal 304. Het vak was 78 roeden en 4 voet lang. Over dit dijkvak bestond nog onenigheid wie dit moest onderhouden: Bleskensgraaf of Gijbeland. Zolang het meningsverschil bestond zou Bleskensgraaf het voor haar rekening nemen; Blokland: dijkvak 4, te beginnen bij het eerste huis “over de Groenendijk”, 29 roeden 10 voet ten zuiden van paal 305. Het dijkvak was 38 roeden 8 voet lang; Bleskensgraaf: dijkvak 5, te beginnen ten zuiden van paal 306. Een dijkvak van 70 roeden; Nederslingeland: dijkvak 6, had een dijkvak van 39 roeden. Dit vak begon 38,5 roede ten zuiden van paal 306; Gelkenes: dijkvak 7, te beginnen ten zuiden van paal 308. Het dijkvak was 69 roeden lang; Sliedrecht: dijkvak 8, te beginnen ten zuiden van paal 309. Het dijkvak was 134 roeden lang; Graafland: dijkvak 9, te beginnen ten zuiden van paal 312. Het dijkvak was 152 roeden lang; Hofwegen: dijkvak 10, te beginnen ten zuiden van paal 315. Het dijkvak was 19 roeden en 6 voet lang; Peursum: dijkvak 11, te beginnen 2 roeden ten zuiden van paal 316. Dit dijkvak was 46 roeden en 6 voet lang; Noordzijde van Goudriaan: dijkvak 12, te beginnen ten zuiden van paal 316, lang 39 roede en 4 voet; Giessen-Oudekerk en Giessendam: dijkvak 13, te beginnen ten zuiden van paal 317, lang 246 roeden en 5 voet. In totaal was de Zouwendijk lang 1174 roeden.

Vervolgens ging de nummering van de dijkpalen verder op de Bazeldijk:

Wijngaarden: dijkvak 1, te beginnen 33 roeden 3 voet ten zuiden van paal 322. Het dijkvak was 71 roeden 3 voet lang; Blommendaal: dijkvak 2, te beginnen ten zuiden van paal 324. Dit dijkvak was 53 roeden 9 voet lang; “Otteland”: dijkvak 3, te beginnen ten zuiden van paal 325. Het dijkvak was 108 roeden en 9 voet lang; Over-Slingeland: dijkvak 4, te beginnen ten zuiden van paal 327. Het dijkvak was 53 roeden 9 voet lang; Langerak: dijkvak 5, te beginnen ten zuiden van paal 328. Het dijkvak was 140 roeden 8 voet lang; Den Beemd “Beempt” (Hoogblokland): dijkvak 6, te beginnen ten zuiden van paal 331. Het dijkvak was 80 roeden 4 voet lang; Grootewaard en Bottersloot onder Noordeloos: dijkvak 7, dit begon ten zuiden van paal 331 en was 109 roeden en 9 voet lang; Streefkerk: dijkvak 8, dit begon ten zuiden van paal 332 en was 277 roeden 3 voet lang; Meerkerksbroek: dijkvak 9, dit begon ten zuiden van paal 340 en was 188 roeden 6 voet lang; Ameide en Tienhoven: dijkvak 10, dit begon ten zuiden van paal 344 en was 147 roeden en 6 voet lang; Zuidzijde van Goudriaan: dijkvak 11, dit begon ten zuiden van paal 347 en was 83 roeden 3 voet lang; Noordzijde van Noordeloos: dijkvak 12, dit begon ten zuiden van paal 348 en was 101 roeden en 3 voet lang; Ruybroek: dijkvak 13, dit begon ten zuiden van paal 350 en was 11 roeden lang. De Bazeldijk was in totaal 1427 roeden lang.

DAMSTEGEN

Om hun dijkvak goed te kunnen onderhouden hadden de onderhoudsplichtige polders voldoende aarde nodig. Daarom lagen er langs de Zouwen- en Bazeldijk zgn. “damstegen”. Deze vormden de verbinding tussen de kruin van de dijk en het achterliggende land waaruit aarde gehaald kon worden. Ook moesten er op deze plekken graszoden en grond beschikbaar zijn om in tijden van nood “de dijk vierkant” te kunnen maken, ofwel de dijk op de vereiste breedte en hoogte te krijgen.* In het oude boekje staat precies aangegeven waar deze damstegen lagen. Daarbij worden ook namen van huizenbezitters genoemd.


Zo lag er een steeg (op de Zouwendijk): 1. op de grens van (“tusschen het geschei van”) Ameide en Meerkerk, bij paal 307; 2. 38 roeden verder ten zuiden (en 2 roeden op) het slag van Nederslingeland; 3. 35 roeden verder, komende 3 roeden voorbij ’t slag van Gelkenes. […]; 5. 40 roeden verder, komende 10 roeden op het slag van Sliedrecht; 6. bij het land van de Diaconie van Meerkerk, waar het huis van Gerrit Stam gestaan heeft; 7. bij het huis van de Erfgenamen van Jan Peeterse; 8. 43 roeden verder, rakende aan het slag van Ammers-Graafland in paal 312; […] 14. ter zijde van de hofstede van Leendert Boers in paal 318; 15. ter zijde van de hofstede van Klaas Verhoef, in paal 319; 16. bij de hofstede van de Heer van Borssele, in paal 320; 17. in het land van de Diaconie van Meerkerk, in paal 321; 18. bij het huis van Johannes Reijne, in paal 321.

En op de Bazeldijk: 1. ten zuiden van de Noordsche weg, bij het huis van Peter van den Dool, in paal 323; 2. in het land van de weduwe Jan Brakel, in paal 324; 3. eveneens in het land van de weduwe Jan Brakel, in paal 325; […] 5. ten noorden van het huis van Daniël Rietveld, in paal 326; […] 9. bij het huis van Aart de Ruyter, in paal 330; […] 13. bij de hofstede van de weduwe Brakel, in paal 332; 14. Is de Beemptweg, in paal 333; […] 16. bij het huis van de Weduwe Arie Versluis, in paal 334; 17. bij het huis van Peter Donk, in paal 335; 18. bij het huis van de erfgenamen van Jan Flooren, in paal 336; 19. bij het huis van Arie van Buuren, in paal 337; […] 24. genaamd Joppe steeg, in paal 341; 25. bij het huis van Arie Engelen, in paal 342; […] 32. bij het huis van Arie de Borst, in paal 347 en 33. bij het huis van Jan de Vlieg, in paal 348. […]

Hadden we nou maar een oude kaart waarop deze damstegen ingetekend stonden. Langs de Zouwendijk en Bazeldijk zijn nog wel steeds de dijkpalen terug te vinden en ook de nummering loopt nog vanaf de Lekdijk richting Arkel. Wel valt op dat bij een boerderij aan de Zouwendijk (Zouwendijk 153) twee verschillende dijkpalen staan: één met een nummer 307 en één oudere paal met een nummer 308. De blauwe hardstenen palen zijn het echter niet meer, ze zijn inmiddels allemaal wit. De palen op Hoogbloklands grondgebied mogen overigens wel eens een opknapbeurt krijgen, zodat ze net zo mooi wit worden als hun broeders op de Zouwendijk.

*Bron: “Hand-vesten, Privilegiën, Keuren en Reglementen aangaande den Alblasserwaard, vermeerderd met verscheiden Resolutiën, Contracten en andere zaaken, den voorsz; Waard concernerende, zo voor- als na den Jaare 1720 geformeerd”. Uitgegeven te Gorinchem, gedrukt bij Teunis Horneer, boekdrukker en boekverkooper, 1765.

*Volgens het boek “De Alblasserwaard” (door Catharina L. van Groningen, 1992) waren 50 roeden 197,8 meter lang.

*Bron: boek De Lekdijk van Amerongen naar Vreeswijk, negen eeuwen bescherming van Utrecht en Holland, door A.A.B. van Bemmel, Hilversum, uitgeverij Verloren, 2009.

Op de kadastrale kaarten zijn de damstegen terug te zien: lange smalle strepen grond die het achterland in gaan, waar dan uitgegraven plassen liggen:

Met toestemming over genomen van Over dijkvakken, dijkpalen en damstegen – Streekgeschiedenis Alblasserwaard

Deel op: